Ga naar hoofdonderdeel

Wet- en regelgeving

Wet zorg en dwang

De Zorggroep vindt dat cliënten het recht hebben om in vrijheid te leven en zo veel mogelijk hun eigen keuzes te maken. Met onze zorg en ondersteuning sluiten we daarom aan bij het leven zoals de cliënt dat graag wil leiden. Waarbij vrijheid een vanzelfsprekendheid is. Dat is ook het uitgangspunt in de Wet zorg en dwang (Wzd).

Vrijheid betekent: zeggenschap hebben over dagelijkse dingen, maar ook over fundamentele beslissingen in je leven. Net als de mogelijkheid om je leven naar eigen inzicht in te vullen, waarbij ruimte is voor het maken van eigen keuzes. Een leven waarin je zo min mogelijk in je vrijheid wordt beperkt.

Onvrijwillige zorg
Soms kunnen mensen met dementie de gevolgen van hun keuze echter niet goed inschatten. Hun keuze kan dan leiden tot een (risico op) ‘ernstig nadeel’. Als zij bijvoorbeeld zichzelf of anderen in gevaar brengen of zodanig hinderlijk gedrag vertonen dat het agressie bij anderen oproept. Het kan dan nodig zijn om de vrijheid te beperken. Dat noemen we onvrijwillige zorg. In dat geval is de Wet zorg en dwang (Wzd) van toepassing. Deze wet geldt ook voor mensen met een ziekte zoals Huntington of Korsakov, niet-aangeboren hersenletsel of een psychiatrisch ziektebeeld, waarbij de cliënt een vergelijkbare zorgbehoefte heeft als een cliënt met dementie.

Zoeken naar alternatieven
De Wet Zorg en Dwang heeft als doel om cliënten met dementie of een soortgelijk ziektebeeld te beschermen tegen de nadelen van onvrijwillige zorg. Het uitgangspunt van de wet is 'Nee, tenzij'. Dat wil zeggen dat onvrijwillige zorg, zoals het in deze wet heet, in principe niet mag worden toegepast, tenzij er sprake is van 'ernstig nadeel'. Onvrijwillige zorg (of: het beperken van vrijheid) is een allerlaatste optie. De toepassing ervan moet zo kort mogelijk duren. Het is belangrijk dat zorgmedewerkers blijven zoeken naar alternatieven voor onvrijwillige zorg. Dat doen ze samen met de cliënt en familie en naasten.

In deze video leggen we uit hoe mensen soms toch in hun vrijheid worden beperkt. Dat gebeurt vaak onbewust. Omdat het veiliger zou zijn, of omdat we het altijd zo gedaan hebben. Door de Wet zorg en dwang staan we daar nu bewuster bij stil en proberen we deze situaties te voorkomen.

Vrijheid en open deuren
Het ‘opendeuren-beleid’ is onderdeel van de Wet zorg en dwang. Het invoeren van dit beleid vraagt een goede en zorgvuldige voorbereiding, samen met cliënten, familie en naasten, zorgmedewerkers, behandelaars en therapeuten. In een aantal locaties van De Zorggroep waar mensen met dementie wonen, zijn de eerste stappen gezet naar een ‘open setting’ waarbij de deuren niet meer gesloten zijn. De ervaringen die we in deze locaties opdoen, dienen als leidraad voor de invoering van het beleid in alle locaties van De Zorggroep. Uiteindelijk is het uitgangspunt dat iedere bewoner een optimale bewegingsvrijheid kan ervaren, die is afgestemd op zijn zorgvraag en behoefte. En dat is maatwerk.

Bekijk de folder Wet zorg en dwang

Rookvrije organisatie

Rookvrije organisatie
Iedereen heeft recht op een veilige, gezonde en rookvrije woon-, werk- en leefomgeving. Roken is een verslaving die ernstige gezondheidsrisico's met zich meebrengt voor rokers en hun omgeving. Roken en zorg gaan niet samen. Vanaf 2025 streven we er daarom naar om een volledig rookvrije organisatie te zijn in lijn met het Nationaal Preventieakkoord.

Gezonde werk-, woon- en leefomgeving
Een rookvrije zorgorganisatie streeft naar een gezonde werk-, woon- en leefomgeving, waar iedereen kan participeren zonder in aanraking te komen met sigarettenrook. Dit betekent dat zowel bewoners/cliënten als medewerkers niet meer mogen roken op onze terreinen en in onze gebouwen. Nu al is roken door medewerkers op onze terreinen en locaties niet toegestaan. Vanaf 2025 willen we dat ook voor cliënten invoeren. Niemand wordt gedwongen te stoppen met roken, maar we bieden wel ondersteuning aan wie dat wil.

Afspraken
Met cliënten die willen blijven roken, gaan we in gesprek. Samen met deze cliënten en hun naasten maken we afspraken, bijvoorbeeld dat naasten zelf verantwoordelijk zijn voor het faciliteren van roken en niet de zorgmedewerker.

Ook maken we afspraken over het waarborgen van een rookvrije omgeving voor niet-rokers. Het goede gesprek staat centraal in de verandering naar rookvrij, zowel met cliënten als medewerkers.